9.3.7 Combiwarmtepomp
Een warmtepomp voor ruimteverwarming kan ook het warme tapwater leveren. Omdat het vermogen van een warmtepomp niet groot genoeg is, zijn doorstroomtoestellen niet mogelijk. Om een gelijkmatige belasting te krijgen en de ruimteverwarming niet in de weg te zitten, worden vrij grote voorraadvaten toegepast (> 150 liter). De rendementen voor tapwaterverwarming die in gelijkwaardigheidsverklaringen zijn opgenomen gelden meestal voor toepassingsklasse 4 (volgens NTA 8800 Bijlage T [30]), dus voor een hoog verbruik. Omdat het stand-by verlies van de boiler groot is en dat temperatuurniveau voor de warmtepomp extra lastig is, ligt het rendement bij een laag verbruik ongunstiger. Dit wordt onderschreven door de resultaten uit praktijkonderzoek [222]. Bij de combiwarmtepompen is het verschil tussen het rendement voor ruimteverwarming (160 tot 240% op bovenwaarde) en tapwaterverwarming (75 tot 120% op bovenwaarde) erg groot. Omdat in de meeste nieuwe woningen de vraag voor ruimteverwarming en warmtapwater ongeveer gelijk zijn, moet het rendement voor tapwaterverwarming de doorslag geven. Controleer of er geen elektrische weerstandsverwarming is ingebouwd. Dat is niet nodig bij een juiste dimensionering en het rendement daalt daardoor zeer sterk tot 50% of minder. De meeste combiwarmtepompen kunnen ook zonder elektrisch element de 60 °C halen die nodig is voor legionellapreventie.
Houd rekening met een groter ruimtebeslag door de boiler en met geluid en trillingen door de warmtepomp zelf.
De warmte die bronzijdig door een combiwarmtepomp gebruikt wordt (dus de energie uit grondwater, bodem, oppervlaktewater of buitenlucht) wordt in de NTA 8800 gezien als hernieuwbare energie. Daarom dragen in de NTA 8800 combiwarmtepompen (met uitzondering van warmtepompen die gebruik maken van ventilatieretourlucht als bron) niet alleen bij aan een gunstige score op de tweede BENG-indicator (primaire energie per m²), maar ook aan het aandeel hernieuwbare energie.