Het Earth, Wind & Fire-concept wordt normaal gesproken ontworpen vanuit het programma van eisen. In een programma van eisen worden namelijk vaak eisen gesteld aan de duurzaamheidsambitie van een project en de gewenste ventilatie hoeveelheid. Het Earth, Wind & Fire-concept wordt momenteel alleen toegepast als traditionele ventilatie methoden de duurzaamheidsambitie niet kan bij houden. Wanneer er gekozen wordt om het Earth, Wind & Fire-concept toe te passen is het van belang dat de architect weet waar hij of zij rekening mee moet houden. Adviesbureau ABT heeft hiervoor een aantal ontwerpuitgangspunten opgesteld.
Uitgangspunten
De belangrijke uitgangspunten voor het ontwerp zijn:
- Oriëntatie van de zonneschoorsteen op bezonde gevelvlakken;
- Klimaatcascade en zonneschoorsteen bij voorkeur dicht bij elkaar en zoveel mogelijk geïntegreerd in of aan het gebouw;
- Hoogte van het Ventecdak geschikt voor vrije aanstroming van de wind uit alle richtingen;
- Techniekruimte aan de voet t.b.v. de WKO-voorzieningen, sproeipomp, warmtewisselaar, warmtepompinstallatie (bij water/water), transportpompen voor het warmtenet en aansluiting op het luchtverdeelsysteem in de kruipruimte;
- Techniekruimte aan de top t.b.v. hulpventilatoren, warmtewisselaar, warmteterugwinning, warmtepompinstallatie (bij lucht/water), en aansluiting op de venturi-ejector in het dak.
Ontwerpcriteria
- De Klimaatcascade wordt gedimensioneerd op basis van 80% van de maximaal gevraagde ventilatiecapaciteit;
- Bij gebouwen hoger dan 12 verdiepingen is het noodzakelijk om gebruikt te maken van een Klimaatcascade om elke 6 verdiepingen. Dit heeft te maken met het pompvermogen dat nodig is om de Klimaatcascade te voorzien van een druppelsysteem;
- De zonneschoorsteen is gedimensioneerd op thermische en energiebehoefte;
- De zonneschoorsteen werkt beter wanneer deze over gedimensioneerd is;
- De zonneschoorsteen heeft een minimale diepte van 650 mm om onderhoud mogelijk te maken;
- Het gebruik van een lichte constructie t.b.v. de Zonneschoorsteen werkt 10% efficiënter dan een zware constructie. Let op: Dit heeft te maken met de functie van een gebouw. Kantoren hoeven meestal niet s’ nachts verwarmd te worden. Omdat een zware constructie warmte trager afgeeft gaat deze restwarmte verloren;
- Kies glas met een hoge g-waarde om maximale transmissie te behalen;
- Kies glas met een lage u-waarde om min mogelijk warmte te verliezen aan de buitenlucht.